Werk. Wat is werk? Iets dat je vader vroeger deed, of je moeder, of allebei. Werk was iets zeer serieus. Je ging erheen en dan bleef je er heel lang. Het kon niet anders dan dat dat ontzettend belangrijk was. Belangrijk en ook een voorwaarde om te slagen in het leven. Als je werkte, dan was je iemand. Je had altijd een onderwerp voor verjaardagen. Je hoorde ze er vaak over praten: “Hoe is het op de zaak? Druk zeker?” “Hou op schei uit, bij jou?” “Ik werk me drie slagen in de rondte, maar het houd je van de straat.”
Dat wilde jij ook, van de straat zijn. Wat voor werk je dan precies zou moeten gaan doen? Ach, er was nog tijd zat om dat uit te zoeken.
Toen werd je 18. Je kreeg een brief waarin stond dat je recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Jij! Terwijl je maar één ding wilde, meetellen, lang van huis zijn om iets serieus te doen dat zeer belangrijk was.
Gelukkig maakte je vader er werk van. Hij vond net als jij dat jij ook moest werken. Dat lukte, uiteindelijk, met heel veel vallen opstaan. Je hebt wat jobcoaches versleten in de loop der tijd en gelukkig bestaat er loonkostensubsidie. En, niet onbelangrijk: je wordt gezien. Je bent eindelijk op je plaats. Je telt mee. Je hebt verantwoordelijkheid, want dat is iets dat we allemaal willen hebben. We willen toch allemaal ergens over gaan. Dat is de kern van werken.
Inclusiviteit is jezelf proberen te zien in de ander. Stel jij je maar eens voor dat jij zo’n brief kreeg, toen je 18 werd. Dat jij niet zo vanzelfsprekend iets betekent in de maatschappij zoals je dat nu doet. Inclusie is zien dat de meester zich toont in de beperking, dat je dan pas onbeperkt aan de slag kan. Inclusie is het zien van de mens, van de mens die wil werken en hem/haar/hen dan de ruimte geven om dat werk passend te maken. Dan pas, pas je echt in een wereld waarin je zo veel mogelijk mensen insluit.
Op donderdag 17 oktober tijdens het landelijke MZSW-congres hoor je meer van Vincent Bijlo.